Jeanny Golembiewski

Sinds haar afstuderen eind jaren 80 heeft Jeanny Golembiewski een aantal keren in onze Maastrichtse galerie geëxposeerd. Ook in Utrecht was haar werk een al een aantal keren te zien tijdens groepstentoonstellingen en grafieksalons. In 2002 en 2004 hebben we haar werk voor het eerst in een solopresentatie getoont. Eind 2005, begin 2006 is de volgende tentoonstelling gepland.
Meteen aan het begin van haar kunstenaarsbestaan werd Jeanny Golembiewski genomineerd voor een prestigieuze Japanse keramiekprijs. Haar inzending viel op door de beeldende kwaliteiten. Daarnaast speelde het ongetwijfeld een rol dat haar werk buiten de toen gangbare keramiek viel. Keramiek was in die tijd nog iets van keramisten. Jeanny behoort tot de kleine groep kunstenaars die allerlei techniekenm gebruiken voor het vormgeven van hun verhaal. Zij werkt onder andere met verf, fotografie, collage's, copien, keramiek, inkt, afdrukken en assemblages.

HET WEEFSEL ALS METAFOOR

Plannen, systemen en structuren, objectieve en subjectieve waarnemingen vormen tegelijk met optische verschijnselen zoals zij in de natuur voorkomen inspitatie-bronnen voor haar schilderijen. Deze complexiteit van de wereld om ons heen, maar ook in ons zelf wordt door Jeanny verbeeld door de metafoor van het weefsel.Het weefsel, een samenspel van horizontalen en vertikalen, wordt op verschillendemanieren vormgegeven: zowel in een geometrische als een landschappelijke context. In de landschappelijk vormgegeven beelden krijgt ook de ruimtelijkheid van de natuur een belangrijke plaats. In haar schilderijen combineert zij deze ruimtelijkheid met aspecten van de werking van kleur en vorm. Daarmee reageert Golembiewski beeldend op de verwevenheid "van alles dat ik in en om mij heen ervaar". In de geometrische beelden speelt, behalve het planmatige van het denken en schilderen, ook de snelheid van het hedendaagse leven en de enorme hoeveelheid informatie die elke dag tot ons komt een belangrijke rol. Onder invloed van deze indrukken maakt Jeanny schilderijen die bij wijze van spreken al "zappend" kunnen worden bekeken. In andere schilderijen zien we beelden die tegelijk opkomen en vervagen. Terwijl ook het schilderen als proces in het werk van Jeanny altijd een rol speelt.

 

Toespraak van Kees Truijens bij de opening van de 1e solotentoonstelling van Jeanny Golembiewski

Dames en Heren,
De schilderijen van Jeanny Golembiewski hebben geen van alle een titel. Nu ja, er zijn er bij die 'weefsel 1', 'weefsel 2' enzovoort heten, maar een titel, woorden die naar een werkelijkheid buiten het schilderij wijzen, kan je dat nauwelijks noemen. Bij een vroegere gelegenheid heb ik wel eens wat milde druk op haar uitgeoefend om toch maar titels te bedenken; volgens mij verkoopt dat beter. Dat was niet slim van mij. Het is heel wezenlijk voor haar schilderijen dat ze juist géén titel hebben. Toch gaan ze ergens over. Eigenlijk is het jammer dat we hier weer de gebruikelijke gang van zaken hebben, met een keurige meneer die met een paar goedgekozen woorden de expositie inleidt. Jeanny zelf zou veel beter kunnen vertellen waar de schilderijen over gaan, helderder, gedetailleerder en met meer liefde dan ik. Niet voor niets noemt ze haar schilderijen haar kinderen. Zij kent de schilderijen op de meest intieme manier, was bij hun ontstaan dat soms maanden in beslag nam, zoekend naar de naar de juiste vorm, zoekend naar de beste manier om weer te geven wat haar op dat moment bezig hield. Maar waar gaan ze dan over?
Laat ik de vergelijking maken met muziek. Er zijn liederen, liedjes, songs, opera's, oratoria. Gebaseerd op een tekst waarbij de muziek probeert de tekst probeert te versterken, er commentaar op te geven. Dan is er programma-muziek, die met zijn titel verwijst naar een werkelijkheid buiten die muziek, zonder daar verder met woorden naar te wijzen. Denk aan stukken als 'le Sacre du Printemps', of 'l'Après-midi d'un faune'.
Dan zijn zijn er symphonieën, strijkkwartetten en noem maar op, die geen enkele verwijzing met woorden maken naar een wereld erbuiten. Je zou het programma-muziek kunnen noemen, maar met een strikt muzikaal programma.
Jeanny's schilderijen nu zou je programma-kunst kunnen noemen met een puur visueel programma. Daar horen natuurlijk geen titels bij! Als zij geïnspireerd is door een landschap of door een bruin café dan beeldt ze dat niet af, geeft ze er geen impressie van en probeert ze zeker niet de daarbij horende emoties op het doek te krijgen. Nee, wat voor haar telt is wat zij 'keurvervaging' noemt, de vage kleur- en helderheidsovergangen in de verte, voor haar tellen de horizontale lijnen aan de kim, voor haar telt de eikenhouten kleur van het café. Daar gaat ze mee aan de slag in het atelier, exploreert de kleurvervagingen, maakt ze zichzelf eigen. Eerst heel voorzichtig (paneeltjes bij de deur) in aparte studies, die dan toch een samenhangend geheel gaan vormen. Dan durft ze ze samen te voegen in een schilderij, waar ook het bruin opeens zichtbaar wordt ('een ode aan het bruin'). Weer en stap verder relativeert de de net verworven inzichten, gaat ze er mee spelen, horizontaal blijkt niet helemaal horizontaal, er komen 'touwtjes' in het schilderij waar onderdelen aan gaan hangen. Dan onstaan magistrale werken als dat daar (linksachter, rechterzijwand). Overigens, net zo'n magistrale voltooing, maar dan van een vorige episode is het grote schilderij, schuin in de ingang.
Uiteindelijk gaan Jeanny's schilderijen over hoe onze visuele wereld in elkaar zit, met in elke periode van haar loopbaan aandacht voor een ander aspect, nu dus die vervaging. En natuurlijk, het zijn heel persoonlijke en emotionele verslagen van die verkenningstochten, maar ze leveren toch iets op dat voor ons allemaal geldig is. Jeanny beeldt niet alleen haar eigen visuele wereld af; de dingen die ze daarbij ontdekt, blijken ook werkzaam te in de werelden van ons, kijkers. En dat is wat deze schilderijen zo vreselijk spannend maakt. Dit klinkt allemaal wat theoretisch, en dat klinkt het zeker ook als Jeanny het U uitlegt, maar vergist U zichzelf niet. Deze kunst komt niet uit de computer, die op zich ook een heel mooi platform zou kunnen zijn om iets als 'vervaging' op te onderzoeken. De schilderijen die U hier ziet hebben alle een geschiedenis. Een geschiedenis van nadenken, construeren en ... eindeloos overschilderen. In de geologie spreekt men over tektoniek, de lagen die je in aarde tegenkomt. Nu, zo zou je ook in de schilderijen van Jeanny kunnen gaan graven en laag na laag ontdekken. Gelukkig hoeft dat niet, want als je goed kijkt zie je dat ze tal van sporen achterlaat: een vorige laag schijnt er nog doorheen, je ziet hulplijnen, markeringspunten, genoeg om je een kijkje te geven in het ontstaan van het schilderij. Tot slot. Zoals ik al zei, zou Jeanny U dit allemaal veel beter hebben kunnen vertellen dan ik. Als U zou overwegen één van deze stukken te kopen, of als U ze alleen maar heel erg mooi vindt, laat Jeanny er dan over praten. Dat doet ze graag en Uw waardering voor het werk zal er zeker van groeien. Dit zijn schilderijen zonder titel, maar met een lang verhaal.

Kees Truijens Utrecht, 22 september 2002